Geen energiekosten met een nul-op-de-meter-woning

Om de kwaliteit van naoorlogse woningen te verbeteren werkt de overheid samen met woningcorporaties en hypotheekverstrekkers in Nul-op-de-meter. Het gaat vaak om woningen met lage huren, maar tevens hoge energiekosten, die kampen met onder andere koude-, tocht- en vochtproblemen. Met nul-op-de-meter wordt de kwaliteit van deze woningen verbeterd, terwijl de woonlasten gelijk blijven. Dit is mogelijk door de maandelijkse energierekening om te zetten in energiebesparende en -opwekkende maatregelen.

Maar nul-op-de-meter is ook toepasbaar op particulier woningbezit.

Energieneutrale bouw

Nul op de meter kan worden bereikt door een combinatie van:

Uitstekende isolatie

De isolatie van nul-op-de-meter-woningen is beter dan standaard isolatie van nieuwbouwwoningen. Bij isolatie gaat het om de wanden, het dak en de raampartijen. In de isolatieschil wordt meestal ook een ventilatiesysteem verwerkt.

Slimme installaties

Voor nul-op-de-meter worden domme, passieve roosters vervangen door slimme, actieve roosters. Hierdoor ontsnapt er geen onnodige warmte en blijven de maximale CO₂-waarden in huis gewaarborgd. Warmte uit afvoerlucht of afvoerwater wordt hergebruikt met een warmteterugwinningsysteem (WtW). Idealiter wordt installatietechniek buiten de woning geplaatst, in een aparte kast. Op die manier kan onderhoud aan installaties plaatsvinden, ook als de bewoner niet thuis is.

Inzet van lokaal opgewekte, duurzame energie

Naast energiebesparing vraagt nul-op-de-meter tevens dat er lokaal energie wordt opgewekt, met zonnepanelen.

Ruimere hypotheekregels voor nul-op-de-meter

Het bedrag dat eigenaren van een nul-op-de-meter-woning kunnen lenen, is in 2015 verhoogd van 13.500 euro naar 25.000 euro. Om voor dit bedrag in aanmerking te komen, moeten de energieprestaties van de woning voor langere tijd gegarandeerd worden – voor minimaal 10 jaar.

De kosten van een nul-op-de-meter renovatie bedragen gemiddeld 15.000 euro.